'Hoezo, bijliggen om even rustig op de kaart te kijken?'
Bijdraaien of bijliggen? Stormtactiek of gewoon even pauze? Na het lezen van deze blog van Jochem Ploegmakers weet jij het verschil tussen bijdraaien en bijliggen.
Tekst Jochem Ploegmakers
Tekening Bart Kamphuis
Twee begrippen dwars door elkaar heen
De begrippen bijdraaien en bijliggen worden vaak door elkaar gebruikt. Waar de een het heeft over bijliggen, bedoelt hij vaak bijdraaien en andersom. Zodoende zijn de twee begrippen eigenlijk een geworden. Wat zegt de Van Dale?
Bijdraaien: de zeilen zo brassen dat het schip niet meer vooruitgaat (m.n. om een ander schip te naderen)
Bijliggen: bijleggen, het schip bij storm met de kop op de zee en zo na mogelijk aan de wind houden zodat het weinig weg aflegt.

Wat is nu het verschil?
Bijdraaien kennen we uit de geschiedenis als twee schepen elkaar tegenkwamen op zee. Als de schepen allebei bijgedraaid lagen kon er onderling nieuws en post uitgewisseld worden. De Van Dale maakt echter wel een duidelijk onderscheid in weersgesteldheid. Bijdraaien doe je om te pauzeren en bijliggen(leggen) doe je bij een stormachtige omstandigheid.

Het grootste verschil voor mij tussen de twee termen is het doel waarmee je iets uitvoert. Bijdraaien gebruik ik wanneer ik het schip aan zichzelf wil overlaten. Wanneer ik iets anders wil gaan doen en er niets of iemand is om te sturen. Ik wil uitgebreid op de kaart kijken, naar het toilet gaan of iets repareren. Bijliggen is een stormtactiek. Ik leg de boot bij wanneer ik het zeilend niet meer aan kan en wanneer ik een tactiek zoek die mij rust geeft en die het schip redelijk door een storm heen loodst.
Bijdraaien in de nacht
Ik kwam ooit bij een delivery 's nachts in het donker bij een erg onverlichte haven aan (in Griekenland willen vuurtorens het vaker niet dan wel doen). Ruim 20 mijl voor de baai om twee uur 's nachts hebben wij het schip bijgedraaid, zodat iedereen rustig kon slapen. Behalve ik. Ik moest nog 3 uurtjes uitkijk houden zodat we om 5 uur toen de zon opkwam met goed zicht de baai konden aanlopen.
Wanneer je in veel wind op zee terecht komt, zul je merken dat aan de wind varen er niet meer in zit. Dit kost te veel kracht voor tuig, schip en bemanning. Zolang er nog actief gevaren kan worden, raad ik aan dat vol te houden.
Bijliggen als stormtactiek
Bijliggen is een tactiek die ik gelukkig nog nooit heb hoeven toepassen maar wel een en ander over heb gelezen in Zwaar Weer Zeilen; Adlard Coles. Het is een stormtactiek. Wanneer je in veel wind op zee terecht komt, zul je merken dat aan de wind varen er niet meer in zit. Dit kost te veel kracht voor tuig, schip en bemanning. Zolang er nog actief gevaren kan worden, raad ik aan dat vol te houden. Het sturen kan je makkelijker maken door lange lijnen achter uit te brengen of een puts aan een lange lijn achter je aan te slepen. Het actief blijven varen heeft de voorkeur zodat je golven aan kunt zien komen, anticiperen of proberen een grote monstergolf te omzeilen. Wanneer echter de bemanning zo moe wordt dat zelf sturen niet meer veilig en verantwoord is, kan je het schip gaan bijliggen. Dat wil zeggen, het schip zo op de golven leggen dat zij het meest van voren komen. In het ergste geval ga je zelfs kaalliggen: zonder zeil, voor top en takel de boot zo neerleggen dat de bemanning alles binnen kan uitzitten. Het liefst probeer je het schip met de kop in de wind te houden door middel van een drijfanker of andere remmende krachten.
Hoe kom je nu eigenlijk makkelijk bijgedraaid?
Van groot belang is dat de fok goed bak komt te staan. Als je een genua hebt, rol je die van tevoren kleiner tot fok. 'Goed bak staan' wil zeggen: aan loef en vangt aan de verkeerde kant wind (zie video hierboven). Het makkelijkst gaat dat door wel overstag te sturen en je fok niet los te gooien, maar te laten staan. Wanneer de boot dan door de wind is en de fok bak staat, haal je de snelheid voor zover die er nog is er verder uit door het schip langzaam in de wind te sturen. Zo eindig je met je roer compleet naar loef zonder snelheid in het schip, waardoor het nooit door de wind komt. Vanaf nu kun je met het grootzeil de hoek t.o.v. de golven gaan bepalen. Met een los grootzeil kom je halve wind te liggen. Met een strakker grootzeil kom je hoger aan de wind te liggen.

Samengevat
— genua maken tot fok
— overstag gaan maar je fok laten staan
— met bakstaande fok langzaam loeven tot alle snelheid is verdwenen
— roer in oploefstand laten staan en vastzetten
— grootzeil zo stellen dat het schip prettig op de golven ligt.
Draaien we nog bij?
Maar wie weet moeten de zeilpuriteinen (de zogenaamde ‘nautisten’) maar gewoon eens bijdraaien en het bijdraaien ook bijliggen gaan noemen. In een echte storm komen de meeste zeilers toch echt niet.
Meer blogs